Intern verslag 72
Verslag archiefonderzoek Sint-Geertruiklooster
Inleiding
Van het Bossche klooster van Sint-Geertrui aan de oostzijde van de Orthenstraat in 's-Hertogenbosch is geen archief bewaard gebleven. Dat is een belangrijke reden waarom de ligging van dit klooster moeilijk is vast te stellen. Zoals dit bijvoorbeeld ook bij het minderbroedersklooster het geval is, kan die situering het makkelijkst bepaald worden door het traceren van de belendende percelen. Anders dan bij laatstgenoemd klooster doet zich echter bij Sint-Geertrui het probleem voor dat dit convent een aantal percelen heeft verworven die nooit deel zijn gaan uitmaken van het kloosterterrein, maar die als woonhuis aan leken werden verhuurd. Dit maakt het situeren van het eigenlijke kloostergebied en de kloostergebouwen extra lastig.Om toch tot een acceptabel beeld te komen, kan gewerkt worden vanuit twee perspectieven: zowel vanuit de stichting van het klooster en de verwerving van de daarvoor benodigde percelen als vanuit de liquidatie ervan is geprobeerd een helder beeld te vormen van het kloosterterrein.
Omdat het alles tezamen om omvangrijk onderzoek gaat, is in eerste instantie gekozen voor de laatste invalshoek. Die biedt tevens het voordeel dat aldus het makkelijkst een totaalbeeld kan worden verkregen van de kloosterbebouwing in de eindfase.Zoals dit ook met de andere Bossche kloosters gebeurde, werden na de inname van de stad in 1629 door Frederik Hendrik de goederen van het Sint-Geertruiklooster in beslag genomen en in beheer gesteld van een rentmeester van de bisschoppelijke en andere geestelijke goederen. De vrouwelijke kloosterlingen mochten in hun kloostergebouwen blijven wonen, maar geen novicen aannemen, zodat er sprake was van een langzaam uitstervingsproces. Hierdoor duurde het zeer lang voordat alle kloostergoederen te gelde konden worden gemaakt.1
Van het Sint-Geertruiklooster is de liquidatie van zijn bezittingen aan de oostkant van de Orthenstraat aan de hand van de bewaard gebleven bronnen redelijk te reconstrueren. In het hierna volgende zal dit niet in chronologische volgorde gebeuren, maar naar de situering van de bebouwing, en wel van noord naar zuid.
Orthenstraat 53
De noordelijke begrenzing van een aaneengesloten complex van bezittingen van het Sint-Geertruiklooster lag tussen de tegenwoordige percelen Orthenstraat 55 (het huis Den Bellaard) en 53. In de akten betreffende Den Bellaard wordt een aantal malen (bezit van) het Sint-Geertruiklooster als belending genoemd.2Dat nummer 53 tot de bezittingen van het klooster behoorde, blijkt uit een schepenakte van 2 september 1598. Het convent vestigde toen een cijns van 14 karolusgulden op het complex, dat bij die gelegenheid omschreven werd als
een huijs met een voirplaetsken ende poirtken, hoff ende achterhuys, met alle hennen rechten ende toebehoorten, den voornoemden convent compe-
1. | Zie bv. het Intern Rapport nr. 45 van mijn hand (Archiefonderzoek Bloemkampklooster), m.n. 14-28. |
2. | Zie hiervoor Van Sasse van Ysselt 1910-1914, I, 75-90, m.n. 79, 82-84, 87-90. Mosmans 1907, 27, nr. 121, situeert hier het Aart van Avennesgasthuis. Hij houdt er in het supplement van de tweede druk, II-III, ten onrechte aan vast. Het gasthuis bevond zich ten noorden van Den Bellaard ter plaatse van het huidige Orthenstraat 57. |